dinsdag 30 augustus 2016

Poëzieopdracht V4



‘t Gemis
Poëzie is een vorm van kunst. Literaire kunst om precies te zijn. Het bijzondere aan poëzie is, dat je je eigen mening kan vormen en elk poëtisch stuk een betekenis heeft. De kunst is om bepaalde emoties op te roepen. Een voorbeeld van een mooi poëtisch werk is een gedicht die bekend staat onder de titel: “Sotto Voce”. Dit gedicht is geschreven door M. Vasalis. Margaretha Drooglever Fortuyn Leenmans is de schrijver van dit gedicht, maar gebruikt M. Vasalis als pseudoniem. Margaretha Drooglever Leenmans is geboren op 13 februari 1909 in Den Haag en overleed op 16 oktober 1998 in Roden. Ze was dichter en psychiater. Verder had ze een zoontje die overleed aan polio.

Het gedicht “Sotto Voce” is opgebouwd uit een inleiding waar het onderwerp duidelijk word, een middenstuk waar de kern van het verhaal aan bod komt en een slot waar er zelfreflectie toegepast word. Het gedicht is geschreven in de ik-vorm en gaat over het missen van iets of iemand. In de inleiding komt het onderwerp duidelijk naar voren door de zin “En niet het snijden doet zo’n pijn, maar het afgesneden zijn”. Dit zet je tot denken: wordt hiermee bedoeld dat het verliezen van iets of iemand minder erg is dan het verloren zijn? Ik denk van wel.

Het gedicht bevat vele metaforen. Een metafoor is een vergelijking zonder een vergelijkingswoord erin (als, lijken op, o.i.d.). In het gedicht word het gemis van iemand vergeleken met het geraamte van het blad. De persoon is er lichamelijk nog, maar zijn ziel is weg. In het geval van een blad, het geraamte is er nog maar het groen is weg.

Sotto Voce staat voor het geluid van verdriet. De oorspronkelijke naam van dit gedicht is “zoveel soorten van verdriet”, maar aangezien M. Vasalis een fan was van latijn, gebruikte ze Sotto Voce als
titel van dit gedicht. De aanleiding van schrijven kan zijn vanwege de dood van zijn zoontje die 4 jaar voor publicatie overleden is aan polio, echter is dit nooit vastgesteld.

Ik vind het gedicht mooi om te lezen, want met name de inleiding roept emoties op voor mijn gevoel. De gevoelens die je hebt als je iemand verliest, word hier beschreven en laat je denken aan iemand die je verloren bent en je dierbaar was. Voor mij persoonlijk laat dit gedicht me denken aan het moment dat ik mijn oma in haar kist zag liggen. De gevoelens die ik toen had komen overeen met wat in dit gedicht beschreven word. Doordat ik me dus kan identificeren in dit gedicht, is de beleving intenser. Verder vind ik dat het gedicht ook vrij deprimerend is, want op dit moment ben ik niet in rouwstemming en wil ik ook niet in een rouwstemming verkeren. Ten slotte is dit gedicht indrukwekkend, vooral omdat ik niet gewend ben om teksten met zo een emotionele waarde te lezen.
Het thema van dit gedicht is rouw. Er komt duidelijk naar voren dat de ik-persoon iets of iemand is verloren. Het verloren zijn van iemand is erger dan het verliezen van iemand. Alles is in deze context geschreven. Ook is het mooi dat het gemis word gezien als een blaadje dat verdord.

De laatste zin in het gedicht (“Arm en beschaamd zo arm te zijn”) vat het gehele gedicht samen. Het komt erop neer dat de ik-persoon iets of iemand verloren is ( = arm) en dat hij er heel erg mee zit, dat hij diegene verloren is. Ik vind dit een passend einde bij een mooi gedicht. De opbouw van het gedicht, de mooie metaforen, de diepgaande betekenis, en de makkelijke identificatie maakt het gedicht zeker weten het lezen waard en ik raad iedereen die erover twijfelt, Sotte Voce te lezen, dit zeker te doen.

Patrick Ceelie V4B

Sotto Voce
Zoveel soorten van verdriet,                                                                 
ik noem ze niet.
Maar één, het afstand doen en scheiden.
En niet het snijden doet zo’n pijn,
maar het afgesneden zijn.

Nog is het mooi, ‘t geraamte van een blad,
vlinderlicht rustend op de aarde,
alleen nog maar zijn wezen waard.
Maar tussen de aderen van het lijden
niets meer om u mee te verblijden:
mazen van uw afwezigheid,
bijeengehouden door wat pijn
en groter wordend met de tijd.

Arm en beschaamd zo arm te zijn.

(M. Vasalis)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten