vrijdag 9 december 2016

Overzicht gelezen literatuur



Titel:
Auteur:
Gelezen in:
Dit zijn de namen
Tommy Wieringa
V5
Karel en de Elegast
onbekend
V5
Max Havelaar
Multatulli
V5
Kort Amerikaans
Jan Wolkers
V4
Sonny Boy
Annejet van der Zijl
V4
Roelantslied
Onbekend
V5
Een vlucht regenwulpen
Maarten ‘t Hart
V4
Oorlogsgeheimen
Jacques Vriens
V4
Erik of het klein insectenboek
Godfried Bomans
V4




Titel:
Auteur:
Gelezen in:
Warenar
PC Hooft
V6
De aanslag
Harry Mulisch
V6
Het dwaallicht
Willem Elsschot 
V6
Turks Fruit 
Jan Wolkers
V6
Appels en Peren
Maarten Asscher 
V6
Oude mensen en dingen die voorbijgaan
Louis Couperus 
V6
Zwaardvis
Hugo Claus 
V6

De in rood gemarkeerde boeken hebben mijn voorkeur om te bespreken tijdens het mondeling.



donderdag 1 september 2016

Dit Zijn De Namen - Tommy Wieringa



2 verhalen in vliegtuigmodus, eenzelfde lotsbestemming.
2 verhalen in vliegtuigmodus. Dit zou het allereerste zijn wat in mij opkomt na het lezen van Tommy Wieringa’s roman. In “Dit zijn de Namen”  is er een blijvende afstand tussen jou en wat plaatsvind. Regelmatige veranderingen in tijd, plaats & perspectief kenmerken deze roman, maar ook literaire hoogstandjes, geloofswetten, corruptie en verhongering.

In het boek lopen 2 verhaallijnen door elkaar: de eerste verhaallijn begint met een corrupte politieman (Pontus Beg). Pontus Beg onderzoekt tijdens het verhaal zijn joodse achtergrond. De tweede verhaallijn begint met een groep vluchtelingen die door een grote steppe trekken op zoek naar het beloofde land. Deze 2 verhalen worden één zodra de politie, o.l.v. Pontus Beg, de vluchtelingen aantreft. Pontus is van mening dat zij de tocht naar het beloofde land probeerde te maken. Dit komt omdat hij zich aan het verdiepen is in zijn Joodse achtergrond. Ondanks zijn corrupte daden in het verleden, heeft Beg lof voor de vluchtelingen en helpt hij hen uit de corrupte handen van hogere politiemachten te houden.

Veel empathie heb ik voor de vloeiende overgang van 2 totaal verschillende levensverhalen naar 1 geheel. De wijze waarop Tommy dit voor elkaar gekregen heeft vind ik zeer knap. De vluchtelingen die blijven zoeken naar hun beloofde land, komen terecht in Michailopol. Pontus Beg is de commissaris van de Michailopolse politie. Alhoewel de politie daar corrupt is, heeft Pontus Beg een geweten. Wetende dat de vluchtelingen gemarteld zullen worden door politiemannen met een hogere functie, zorgt Pontus Beg ervoor dat dit niet nodig is. Zijn benadering naar de vluchtelingen toe is juist zachtaardig.

Ondanks dit, spreekt de stijl van schrijven mij totaal niet aan. Tommy Wieringa neemt uitgebreid de tijd om situaties te beschrijven. Persoonlijk vind ik dat hij er te lang over doet. Zo is heel hoofdstuk 1 toegewijd aan het beschrijven van Pontus Beg. Vooral als iets beschreven wordt, dat totaal irrelevant blijkt te zijn voor het uiteindelijke verhaal, stoort dit mij. Van de rode draad wordt ver afgeweken, en dit zorgt alleen maar voor afleiding van het werkelijke verhaal. Bijvoorbeeld, op pagina 63 word gezegd: “De meisjesnaam van zijn moeder was medved. Beer in het Russisch.” Alhoewel het van belang is dat Medved een joodse benaming is, is het irrelevant om aan te geven dat Medved een Russisch woord voor “beer” is.

Het idee achter “Dit zijn de namen” ben ik zeer over te spreken. Vele romans lijken op elkaar, maar er zijn weinig romans die het leven van een vluchteling tracht te beschrijven. Aan het eindresultaat te zien, concludeer ik dat deze omstandigheden zeer lastig te verwoorden zijn en dat het voor een schrijver één grote uitdaging is. Wat bijvoorbeeld jammer is aan de omschrijving in dit boek, is dat Tommy geen omschrijving geeft van de vluchtelingen individueel. Je kan je daarom niet goed in de situatie van de vluchteling verplaatsen. Dit gezegd te hebben, vraag ik mij dan ook af: misschien is er een reden voor het feit dat er maar weinig romans het leven van een vluchteling redelijk gedetailleerd beschrijft? Dat Tommy echter de uitdaging aangaat, vind ik gedurfd en daar houd ik wel van.

Desalniettemin, vind ik het jammer dat er een blijvende afstand tussen het verhaal en de lezer aanwezig is. In hoofdstuk 1 van het boek, word de situatie rond Pontus Beg optimaal beschreven. Echter, wordt er niks duidelijk over het karakter van Pontus Beg zelf. Zijn gedrag moet je afleiden uit de situatie, maar verder dan enkele speculaties kom ik niet. De afstand tussen verhaal en lezer zorgt ervoor, dat wij lezers ons niet optimaal kunnen identificeren met de personen in het verhaal. Bovendien ontbreekt er een grote hoeveelheid emotionele spanning, die zonder deze afstand aanwezig zou zijn. Ik neem aan dat het juist de bedoeling is, om ruimte te laten tussen de lezer en het verhaal. Echter vind ik dit zonde, want persoonlijk verwacht ik dat het boek veel beter zou zijn, zodra wij ons kunnen identificeren met de personen in deze roman.

Al met al vind ik de originaliteit en de structuur, waarbij 2 verschillende verhaallijnen 1 worden, uitdagend en vernieuwend. Tot mijn spijt, moet ik wel bekennen dat de uitwerking zeer tegenvalt. De langdradige manier van schrijven spreekt mij niet aan en de alsmaar blijvende afstand tussen de lezer en het verhaal neemt een hele hoop spanning weg. Alhoewel het idee vernieuwend is en uitdagend geschreven is, valt de uitwerking zwaar tegen en ben ik teleurgesteld. Ik zou dit boek niet meer dan 2 sterren geven voor de moeite en daar wil ik het graag bij laten.

dinsdag 30 augustus 2016

Max Havelaar (Multatulli)


Stukje Patrick

Ik ga de periode waarin Max Havelaar is geschreven behandelen. De elementen Romantiek,. Verlichting en Rationalisme komen aan bod, maar ook hoe de romantiek verwerkt is in de literatuur, beeldende kunst, muziek en de architectuur. Ten slotte zal ik enkele romantische kenmerken terugkoppelen aan het boek Max Havelaar.

Max Havelaar is geschreven in Brussel in 1859, door Eduard Douwes Dekker. Hij schreef dit boek onder het pseudoniem ‘Multatuli’.  Dit boek is geschreven in de periode van de Romantiek en realisme. Voor deze periode had de romantiek een negatieve associatie met overspannen fantasie, en werd dus weggezet als ongeloofwaardig. Gebeurtenissen als de Franse revolutie, de Industriële revolutie en verschillende nationalistische bewegingen, veroorzaakten een reactie die wij kennen als de Romantiek. De Romantiek word dus sterk gezien als een verzet tegen de voorgaande periode, waarin het gevoel centraal staat. Dit gevoel werd boven het gezonde verstand gezet. Daarnaast werd de schoonheid van een ongeschonden stuk natuur heruit gevonden. De natuur werd gezien als een zelfstandig wezen, die bewerkt kon worden door de mens. Men zocht naar het bovennatuurlijke, en beschreef innerlijke ervaringen middels creatieve verbeelding. De periode voor de Romantiek is de verlichting. In de verlichting werd wetenschap en het gebruik van de rede (rationalisme) bevorderd. Kritische verlichters kwamen op voor scheiding van kerk en staat, en waren sterk tegen het idee dat god werkelijk bestaat.

De romantiek bracht een belangrijke wending in de beeldende kunst. De kunstenaar gaf voor het eerst uiting aan zijn eigen gevoelens. Vooral spontane emotie was de drijfveer van de kunst die geproduceerd werd. Ook in de muziek was er veel veranderd. In romantische muziekstukken lag veel emotie en drama. Er werden steeds moeilijkere ritmes gebruikt, en de orkesten werden groter. De literatuur in de Romantiek waren bovendien totaal anders vergeleken de saaie reisverhalen uit het rationalisme. De regeltjes uit het rationalisme werden van de hand gedaan en in plaats daarvan, werden boeken volgestopt met gevoel, verbeelding en persoonlijke creativiteit. In de bouwkunst echter, was er weinig ‘romantisch’ te zien. De bouwkunststijl was erg Neorenaissancistisch. Dit houdt in, dat gebouwen zo werden gebouwd, dat de bestemming ervan duidelijk was. Een voorbeeld hiervan is het huidige Centraal Station in Amsterdam. Dit gebouw is ontworpen door Cuypers.

De 3 kenmerken van romantiek zijn kort samengevat: gevoel en emotie, de vrije natuur en het bovennatuurlijke dat gezocht werd. Deze kenmerken zijn ook terug te vinden in het boek Max Havelaar. Ik ga nu een gedicht voorlezen die in het boek staat.

“Ik weet niet waar ik sterven zal.
Ik heb de grote zee gezien aan de Zuidkust,
toen ik daar was met mijn vader om zout te maken.

Als ik sterf op zee,
en men werpt mijn lichaam in het diepe water,
zullen er haaien komen.

Ze zullen rondzwemmen om mijn lijk, en vragen:
wie van ons zal het lichaam verslinden dat daar daalt in het water?”


Wat opvalt aan dit gedicht, is dat er geen rijm aanwezig is. De periode voor de romantiek, de verlichting, was erg gesteld op allerlei regels waaraan een gedicht moest voldoen. In dit gedicht is goed te zien dat deze regels zijn vervaagd. Natuur komt aan bod zoals je ziet, want men heeft het over de Zuidkust en de grote zee in dit gedicht. Ook is er veel emotie in dit gedicht verwerkt. De haaien die discussiëren wie het lichaam gaat opeten is een personificatie, maar ook een uiting. Als je het gedicht leest, lees je eigenlijk de verdrietigheid uit de tekst.

Ik heb aan het begin van mijn zegje beloofd dat ik de tijd waarin Max Havelaar geschreven is te behandelen. Dit was namelijk de 19de eeuw. Dit was voornamelijk de eeuw van de Romantiek, die de verlichting opvolgde. In de romantiek ging men af op gevoel en emotie. In de verlichting juist op het gezonde verstand. Je zag dus vooral dat men veel vrijer werd. Uiteraard beïnvloedde deze verandering de 19de eeuwse kunst.


Stukje Leon

Ik ga het nu hebben over het boek dat we gelezen hebben: Max Havelaar. Het boek is geschreven door Aduard Douwes Dekker, beter bekent als Multatuli. Ik ga niet alleen een samenvatting van dit boek geven maar ik zal ook hebben over het karakter Max Havelaar. Daarna zal ik het boek koppelen aan de tijd waarin dit het is geschreven, de romantiek.

Het boek gaat over Max Havelaar die bestuursambtenaar in Lebak, op Java, is. Hij ziet daar veel oneerlijkheid tegen de bevolking. Hij komt al snel in conflict met de plaatselijke vorst. Havelaar beschuldigt hem van onderdrukking en uitbuiting van zijn volk. Door gebrek aan bewijs moet hij uiteindelijk ontslag nemen. Het boek is volledig geschreven tegen de situatie in Nederlands-Indië in die tijd en tegen de hogere machten.

In de eerste 4 hoofdstukken komt Batavus Droogstoppel aan het woord. Hij stelt zich zelf voor en vertelt wat zijn idealen zijn. Ook vertelt hij over zijn jeugd en zegt dan dat hij Havelaar als klasgenoot heeft gehad. In dit hoofdstuk komen Sjaalman (Havelaar) en Droogstoppel elkaar tegen. Sjaalman geeft Droogstoppel een pak met papieren mee waar dingen staan beschreven die Sjaalman heeft meegemaakt. Droogstoppel moet niets hebben van de arme Sjaalman. Later besluit hij van de papieren een boek te schrijven over de koffie cultuur. Hij krijgt hierbij hulp van Stern.

In hoofdstuk 5 tot en met 8 worden Havelaar en zijn familie voor gesteld. Ook de Regenten, Verbrugge en Duclari worden hier voor gesteld. Het hoofdstuk bevat de geschiedenis van Havelaar van het begin van zijn loopbaan als asistent-resident is Lebak. Ook komt hier de toespraak voor die Havelaar 'doet' voor de hoofden van Lebak.

In hoofdstuk 9 en 10 vertelt Droogstoppel dat hij een deel van het verhaal niet goed vindt. Hij uit hier zijn mening en hij zegt dat het de eigen schuld is van de Javanen dat ze zo arm zijn. Ook heeft hij helemaal geen medelijden met de Javanen.

Daarna komt hoofdstuk 11 tot en met 16. Hier komt het etentje in voor van Havelaar, Tine, Verbrugge en Duclari. Havelaar vertelt hier over zijn geschiedenis en over zijn mening over vele dingen. Zoals vrouwen, kunst en Indie. Ook begint hier de strijd tegen het onrecht die Havelaar voert. Dan in hoofdstuk 16 is er een klein gedeelte dat Droogstoppel weer aan het woord komt. Hier zegt die weer dat hij geen medelijden heeft met de Javanen.

Verder in hoofdstuk 17 tot en met 19 komt het verhaal van Saidjah en Adinda in voor. Dit verhaal laat zien hoe de toestanden in Lebak zijn. In dit gedeelte klaagt Havelaar ook de Nederlandse Staat aan.

In hoofdstuk 20 gebeurt er dan op eens iets raars. De schrijver, multatuli, neemt het van Stern over, ook al is Stern maar een fictie persoon. De eerste helft van dit hoofdstuk zien we dat Havelaar ontslag neemt. Al zijn inzettingen waren tevergeefs. Het 2e gedeelte is voor Multatuli. Hij neemt het boek over van de schrijvers en neemt afscheid van ze. Stern laat hij goedkeurend achter. Droogstoppel daarentegen wordt hard aangepakt. Voor de rest schrijft Multatuli wat hij met het boek wil bereiken. Dit was dan de samenvatting

Ik wil het nu eerst hebben over de hoodpersoon, Max Haverlaar. Max Havelaar is gevoelig. In het boek probeert Max Havelaar veel mensen te helpen. Hij is ook erg ijverig. Dat komt omdat hij er alles aan doet om iemand te helpen. Max Havelaar is daarnaast ook intelligent. Hij ziet wanneer iets oneerlijk is en kan dit goed vertellen. Zijn belangrijkste opvatting is dat niemand onrecht mag worden aangedaan. Ik citeer: “Ik verzoek u nogmaals mij te beschouwen als een vriend die u helpen zal waar hij kan, vooral waar onrecht moet worden tekeer gegaan” Dit zegt Max Havelaar tegen Duclari en Verbrugge tijdens een etentje. Dit is te vinden op bladzijde 99. Hier uit kan je opmaken dat Havelaar tegen onrecht is en dat hij alleen maar wilt helpen.
Havelaar is een duidelijke Round-Character; hij wordt uitvoerig besproken, je komt achter veel van zijn karaktertrekjes en opvattingen. Ook wordt zijn leven uitvoerig besproken.

In het boek Max Havelaar is duidelijk de romantische stroming uit de negentiende eeuw te zien. Ten eerste verzint de schrijver, Multatuli, dat het boek is geschreven van een stapel papieren van Max Havelaar. Dit staat in het boek. Dit klopt natuurlijk niet want Multatuli heeft het zelf natuurlijk opgeschreven. Dit soort mysteries waren erg populaire in de romantiek. In het boek staat ook dat Stern en Droogstoppel het boek ook hebben geschreven. Dat is natuurlijk ook onzin.

Ten tweede is Havelaar zelf een romantisch personage, hij is een fantasierijke dromer, hij heeft de illusie dat hij de inlanders kan redden van de uitbuiting.

Ten derde heeft het boek Max Havelaar een rommelige opbouw, er zijn verschillende vertellers aan het woord. Dit was nieuw voor die tijd en normaal zouden schrijvers gewoon aan de regels houden.

Ten vierde gebruikte Eduard Douwes Dekker een pseudoniem voor zijn naam: Multatuli, dit was ook erg populaire in de 19e eeuw. Dekker koos voor een hele goede naam, Multatuli betekent namelijk ik heb veel geleden, dit maakte de lezers natuurlijk nieuwsgierig.

Ten vijfde maakt het beschrijven van de natuur een belangrijk deel uit van het boek, dit was ook typerend voor de romantiek.

Ten zesde heeft het boek de ondertitel: “of De Koffieveilingen der Nederlandse Handelmaatschappij”. Dit gebruikte Multatuli niet alleen om aandacht te trekken, maar ook om een keuze voor te leggen: Ben je voor Max Havelaar of voor de Handelmaatschappij? De keuze die je wordt voorgelegd hoort bij de romantiek.

Als laatste is het boek kenmerkend voor de romantiek, omdat hij in conflict was met de maatschappij, iedereen vond de situatie in Nederlands-Indië heel normaal, maar Havelaar (en Multatuli in het echt) kwam ertegen in opstand. Hij zette zich af tegen de tevreden burgers in Nederland.
Multatuli heeft dan ook een effect willen bereiken. Hij wilde dat de situatie in de Nederlandse kolonie zou verbeteren als mensen zijn boek zouden lezen. De Max havelaar is dus een tendensroman.

Ik hoop dat het nu duidelijk voor jullie is waar het boek overgaat en hoe het karakter Max Havelaar in elkaar zit. Daarnaast heb ik ook uitgelegd waarom het boek bij de romantiek hoort.

Stukje Taylan

Belangrijke auteurs in de 19de eeuw waren bijvoorbeeld Nicolas Beets en Piet Paaltjens.
Nicolas Beets is bekend van zijn verhalenbundel ‘Camera obscura’, die hij publiceerde
onder het pseudoniem ‘Hildebrand’. In deze bundel gaf Beets een satirisch beeld
van de Hollandse burgerij. Piet Paaltjens is bekend om zijn parodieën op de
overdreven romantische poëzie. Hij doelde niet zozeer op het naar beneden halen
van romantische schrijvers uit zijn tijd, integendeel. Hij was zelf een pure
romanticus. Echter lag hij elke dag met zichzelf overhoop. Na de dood van zijn
vrouw werden deze depressies erger en pleegde hij zelfmoord. De gedichten die
hij schreef werden door deze omstandigheden sterk beïnvloed. De gedichten waren
grappige parodieën en tegelijkertijd zeer persoonlijke uitingen.
A.L.G. Bosboom-Toussaint wist de literaire wereld in de negentiende eeuw te domineren als geen ander. Ze kwam als eerst in aanraking met de historische romans van Walter Scott en Jacob van Lennep, maar begon veel later pas met schrijven. Vanaf het moment dat ze begon met schrijven was ze niet meer te stoppen. Als eerst schreef ze het korte verhaal ‘Almagro’ en een jaar later verscheen haar eerste grote werk, de historische roman ‘De graaf van Devonshire.’ Hendrik Conscience leerde zijn volk lezen. Dat is de meest gehoorde uitspraak over Hendrik Conscience. Die moet natuurlijk niet letterlijk genomen worden. Conscience was geen leraar, maar een schrijver die zich bewoog in de artistieke milieus van zijn tijd. Het volk dat hij zou hebben leren lezen is het Vlaamse. Het werk van Conscience had op dat volk inderdaad bijzonder veel invloed. Het was in die taal dat hij begon te schrijven. In 1830 vocht hij nog mee als Belgische strijder tegen de troepen van de Nederlandse koning Willem I. De vroege werken, die Conscience niet veel opbrachten, waren een bundel poëzie en proza, in 1837 gevolgd door zijn eerste historische roman, In ’t Wonderjaer, en een jaar later door De Leeuw van Vlaenderen, of de Slag der Gulden Sporen. Dat laatste werk kende nog in de loop van Consciences leven stijgend succes. Het heldenverhaal tegen de achtergrond van de strijd van Vlaamse steden tegen de Franse adel rond 1300 kreeg met de groeiende Vlaamse Beweging steeds meer een actuele betekenis. Louis Couperus schreef romans, maar ook verhalen, reisverslagen, feuilletons en sprookjes. Couperus begon met het schrijven van gedichten, maar hij ontdekte vrij snel dat het schrijven van proza zijn kracht was. Zijn debuutroman Eline Vere (1889) was meteen een succes, mede doordat het werk als feuilleton in een Haagse krant verscheen. Jacob Jan Cremer wist niet zo goed wat hij moest worden. Zijn vader, een landeigenaar die vooral in de tabakshandel zijn geld verdiende, wilde hem eigenlijk in een intellectueel beroep hebben en stuurde hem naar een goede kostschool. Toen hij daar niet uitblonk, nam zijn vader een gouverneur voor hem in dienst. Cremer zelf aarzelde tussen toneelspelen en schilderen, waar hij beide talent voor leek te hebben. Het werd een schildersopleiding. Toen bleek dat schilderen alleen niet genoeg voor hem was. Hij begon in de avonduren te werken aan een historische roman, De lelie van ’s Gravenhage, die in 1851 uitkwam. Hierin sluit hij aan bij wat er vroeger van een historische roman verwacht werd: ingewikkelde en geheimzinnige intriges met vondelingen, schakingen, aanrandingen, schurkachtige monniken en lugubere vondsten. Het boek werd in de kritiek gekraakt, omdat er inmiddels een andere smaak ontstaan was. Cremer trouwde in 1852 en vestigde zich toen in Loenen aan de Vecht. Hij bleef schilder-schrijver, maar in het schrijven richtte hij zijn belangstelling niet meer op het verleden. Hij begon verhalen uit het dagelijks leven te publiceren. Echt succes kreeg hij met zijn dorpsverhalen, die voor het merendeel in een vereenvoudigd Betuws dialect waren geschreven. Cremer werd een geliefd schrijver. Dat kwam ook door zijn voordracht. Zijn oude voorkeur voor toneel kon hij uitleven wanneer hij zijn Betuwse verhalen in het publiek voorlas. Frederik van Eeden is een van de meest veelzijdige schrijvers uit de Nederlandse literatuur. In het buitenland erkende men hem als vooraanstaand psychiater. In Nederland is hij voornamelijk bekend gebleven om één roman, Van den koele meren des doods. n 1900 verscheen Van Eedens roman Van de koele meren des doods. Het zou een moralistisch antwoord zijn op Van Deyssels roman Een liefde (1888). Die roman keurde hij af, omdat het daarin alleen maar om de sensaties zou gaan. In Van Eedens roman komt de neurotische vrouw Hedwig in een postnatale depressie na de geboorte van haar kind en zakt steeds verder weg. Van Eeden heeft duidelijk zijn medische kennis toegepast in de roman. Hij laat Hedwig genezen en kiezen voor een toekomst die in dienst van de medemens staat.
De schrijver Marcellus Emants lijkt nogal wat feiten uit zijn echte leven gebruikt te hebben voor zijn romanfiguren. In Inwijding (1901) is de hoofdpersoon een chique hoer. In Liefdeleven (1916) herkenden de Haagse lezers Emants’ eigen neurotische vrouw. In dit boek nam hij ook een discussie op over de zieke mens als romanfiguur. Er waren literatoren die meenden dat de literatuur niet geschikt was voor pathologieën (ziektebeschrijvingen), maar Emants meende dat elk mens wel iets pathologisch in zich had, en de psychische ziekte dus ook in de roman hoorde. Een nagelaten bekentenis (1894) geldt als zijn meesterwerk. Alleen al het tragische levensverhaal van Peter de Génestet zou voldoende moeten zijn om een romantisch dichter van hem te maken. Op jonge leeftijd verloor hij zijn ouders. Hij woonde eerst bij zijn oma en later in het gezin van de zus van zijn moeder. Als kind was hij voortdurend ziek. Zijn pleegouders waren bang hem te verliezen aan tuberculose, dezelfde ziekte waaraan ook zijn moeder was gestorven. Hij zou inderdaad op zijn eenendertigste aan tuberculose sterven. Maar voor die tijd verloor hij eerst nog zijn vrouw en jongste zoontje aan deze ziekte. De Génestet is te laat geboren om hem tot de Romantiek te rekenen. Hij liet zich echter wel inspireren door romantische schrijvers. Dit is ondermeer te zien in het lofdicht dat hij voor de romantische schrijver Jacob van Lennep schreef. De manier waarop De Génestet spreekt over het dichterschap heeft ook romantische trekjes. Het schrijven van poëzie brengt hij met extreme emoties in verband en hij spreekt erover als `vliegen’, iets wat lijkt op het romantische cliché van de dichterlijke vlucht. Jacob van Lennep werd geboren in 1802 te Amsterdam, als zoon van een hoogleraar in de klassieke talen. Hij groeide op in een tijd dat veel mensen een enorme belangstelling hadden voor het nationale verleden. In archieven, ruïnes en oude volksliedjes zochten ze naar de wortels van hun cultuur. Aan die speurtocht probeerde Van Lennep, als romanschrijver, mee te helpen. Hij bracht zijn tijdgenoten op een heel directe manier met hun voorouders in contact. Anders dan saaie schoolboekjes wekten zijn romans het verleden echt tot leven. In zijn boeken kon je middeleeuwse ridders horen praten alsof ze gewoon naast je stonden.